Lichte meerwaarde van Lobularia als bankerplant in prei

maandag 17 november 2025

Print

Het beperkt aantal inzetbare insecticiden en het meer voorkomen van drogere zomers, zoals dit jaar, zorgen ervoor dat het voor telers alsmaar uitdagender wordt om trips in prei onder controle te houden.De vraag naar geïntegreerde bestrijdingstechnieken neemt dan ook sterk toe.

Bij Viaverda voerden we in het kader van het Interreg-project Réfléchi een proef uit in prei op een praktijkperceel. Daarbij werd Lobularia maritima (schildzaad) als bankerplant aangeplant in de spuitsporen. Op deze stroken Lobularia werden roofwantsen (Orius majusculus) uitgezet, die zich niet alleen voeden met het pollen van Lobularia, maar vooral ook actief jagen op trips. Met deze strategie willen we de populatie roofwantsen stimuleren, met als doel de tripsdruk tijdens het seizoen beter onder controle te houden.

Meer informatie over het gebruik van Lobularia in combinatie met Orius roofwantsen is terug te vinden in dit artikel.

Weinig visueel verschil in schade op het veld

Op verschillende momenten werd de tripsschade op het veld beoordeeld. Er werd een vergelijking gemaakt tussen vier behandelingen: onbehandelde prei, gangbaar behandelde prei (met spinosad) als referentie, prei in combinatie met Lobularia, en prei in combinatie met Lobularia waarbij op drie momenten roofwantsen werden uitgezet.

De beoordelingen gebeurden op verschillende afstanden tegenover het spuitspoor waarin Lobularia werd aangeplant: (0 tot 9 meter). De roofwantsen zouden in theorie namelijk tot maximaal acht meter van de Lobularia migreren.

Tijdens de verschillende veldbeoordelingen was er tussen de verschillende behandelingen weinig verschil in tripsschade zichtbaar. De tripsschade nam wel toe naarmate het seizoen vorderde, maar bleef redelijk homogeen verspreid over het volledige perceel.

Duidelijkere verschillen aan de pellijn

Omdat er in het veld slechts beperkte verschillen zichtbaar waren, werd ook prei geoogst uit de verschillende behandelingen om de schade te evalueren aan de pellijn. Aan de pellijn werd het verschil tussen de behandelingen duidelijker. De prei, geteeld in combinatie met Lobularia in het spuitspoor, vertoonde gemiddeld 4 à 5% minder aantasting dan de onbehandelde prei, of prei die gangbaar behandeld werd met spinosad (referentie). De uitzet van roofwantsen leek nog een beperkte meerwaarde te bieden.

Hoewel de verschillen beperkt zijn, toont deze proef dat de inzet van Lobularia als bankerplant in de toekomst mogelijk een rol kan spelen in de beheersingsstrategie voor trips in prei. Verdere verfijning van deze strategie is nodig om de praktische haalbaarheid en het resultaat verder te optimaliseren.