Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Text/HTML

 

 

ALTER-PEAT halverwege: wat weten we al en waar gaan we naartoe?

ALTER-PEAT halverwege: wat weten we al en waar gaan we naartoe?
Print

Door de slechte veenaanvoer is de vraag naar kwalitatieve veenarme en veenvrije substraten groter dan ooit. Die bestaan vandaag vooral uit klassieke alternatieven zoals houtvezel, groencompost, kokos en schors. In het project ALTER-PEAT zoeken we naar nieuwe, duurzame grondstoffen en bekijken we hun praktijkpotentieel in verschillende teelten. Twee jaar ver in het project zijn de eerste resultaten binnen – en die bieden perspectief.

 

Inventarisatie van alternatieve grondstoffen

We verzamelden 52 mogelijke alternatieven bij leveranciers en substraatproducenten, waaronder biochars, champost, miscanthusvezel en hergebruikt substraat. ILVO analyseerde alle materialen en bundelde de resultaten in de ALTER-PEAT-matrix. Onder meer volgende parameters werden gemeten:

  • pH
  • EC
  • organische stof
  • biologische stabiliteit
  • drogestofgehalte
  • stikstofimmobilisatie
  • fosforgehalte
  • anorganische stof

Elke grondstof kreeg een geschiktheidsscore, die de partners helpt om onderbouwde mengsels te maken voor sierteelt, aardbei, kleinfruit en champignon.

 

Praktijkproeven sierteelt

In 2025 testte Viaverda 15 ALTER-PEAT-materialen in vier teelten: boomkwekerij, potchrysant, zuurminnende gewassen en perkplanten. Telkens werden vier alternatieven op twee dosissen getest, vergeleken met een veen- én een veenvrije referentie. De veenvrije basis bestond uit de bekende alternatieven (houtvezel, kokos, groencompost en schors). Elk substraat werd op maat gemaakt om de fysische eigenschappen voor een ideaal wortelklimaat te optimaliseren.

Boomkwekerij

In Taxus baccata en Prunus lusitanica bleken alle mengsels geschikt. Biochar, hergebruikt substraat, plantenvezels en biomeilercompost leverden een goede groei op.

Perkplanten

In Gazania en Pelargonium waren de alternatieven bruikbaar, maar niet op de hoogste dosissen.

  • 40% grasvezel en 30% biochar gaven groeiachterstand

  • Watergift beïnvloedde het bloeitijdstip van Gazania, wat extra aandacht vraagt

Zuurminnende gewassen

Proeven met Azalea indica en japonica lopen tot eind 2026.

  • Miscanthusproducten scoren minder goed door pH en stikstoffixatie

  • Veenmosmengsels houden uitstekend water vast en zorgen voor goede groei

  • Beworteling van stekken blijft echter een uitdaging in veenvrije substraten. In 2026 testen we materialen die de beworteling kunnen verbeteren

Potchrysanten

Het ideale mengsel hangt sterk af van de teeltwijze:

  • Containerveld: focus op wateropname en -buffering

  • Vollegrond: goede beworteling en vlotte inworteling zijn essentieel
    Enkele mengsels zijn veelbelovend, maar verdere optimalisatie blijft nodig

 

Praktijkproeven aardbei

Bij Inagro en Proefcentrum Hoogstraten scoren onder meer hergebruikt substraat, veenmos en plantenvezels goed. Zelfs bij 75% veenvervanging blijven de resultaten positief. Wel blijft een aangepast fertigatieschema cruciaal.

 

Praktijkproeven houtig kleinfruit

Bij pcfruit presteren verschillende veenvrije mengsels even goed of beter dan het referentiesubstraat (40% veen), in braam, framboos en blauwe bes. Hergebruikt substraat en plantenvezels springen eruit als veelbelovend, al vragen sommige mengsels extra aandacht voor watergift.

 

Praktijkproeven champignonteelt

Inagro testte alle materialen in de dekaarde. Mengsels met schuimaarde en biochar kunnen tot 50% veen vervangen in de dekaarde, maar verdere finetuning is nodig om verslemping en contaminaties met andere schimmels te voorkomen.

 

Geen verre toekomst: toepassing in de praktijk

De komende twee jaar zetten we in op:

  • praktijkproeven met de meest veelbelovende substraten
  • optimalisatie van mengsels, watergift en bemesting
  • nieuwe technieken zoals aanzuren van plantenvezels en het beperken van stikstofimmobilisatie
  • nauwe afstemming met o.a. de Belgische Potgrond Federatie
  • demoproeven en de ontwikkeling van gebruikersgidsen voor telers

ALTER-PEAT toont dat veenarme teelt geen verre toekomstdroom is, maar een haalbaar perspectief – mét concrete handvatten voor de praktijk.

 

 

Meer info

Hanne Denaeghel
 

Dit artikel kadert in het project 'ALTER-PEAT: alternatieven voor veen in zachtfruitteelt, champignonteelt en sierteelt'.

Vorig Artikel Vroegtijdige detectie van droogtestress in Living Wall Systems
Volgend Artikel BELAT: beschermingsstroken voor land- en tuinbouw

Comments are only visible to subscribers.