Categories
Close
Menu
Menu
Close
Search
Search

Pootgoedzorgen

Pootgoedzorgen
Print

Het voorjaar van 2024 is op meerder vlakken weer historisch te noemen. Enerzijds zitten er nog heel wat aardappelen in de grond van vorig seizoen, die in de mate van het mogelijke nog moeten gerooid worden. Anderzijds hebben telers, handel en verwerking kopzorgen over het tekort aan pootgoed. Hieronder volgen alvast enkele nuttige tips om met kennis van zaken aan de start te komen.

 

Pootgoed tekort

Dit jaar is er minder pootgoed beschikbaar dan gewenst. Ondanks de uitbreiding van de Europese aardappelverwerking, nam het pootgoedareaal de voorbije jaren alleen maar af. Sinds 2019 is het areaal in de ons omringende landen met 10% gedaald. Zelfs in grote pootgoed producerende landen zoals Nederland (39.000 ha), Frankrijk (21.000 ha) en Duitsland (17.000 ha) daalt de interesse. België heeft maar een beperkte teelt van gecertificeerd pootgoed (1.800 ha) en kan dus geen antwoord bieden op de huidige tekorten. Bovendien zijn de rassen die bij ons vermeerderd worden meestal gericht op export.

 

De kosten voor de teelt van gecertificeerd pootgoed lopen hoog op en de risico’s die horen bij pootgoedteelt (bv. declasseringen) zijn best hoog. De prijs die pootgoedtelers de voorbije jaren ontvingen voor hun product was niet voldoende om de teelt voldoende aantrekkelijk te houden. Vooral de gestegen contractprijzen voor consumptieaardappelen deden sommige pootgoedtelers de stap naar consumptieteelt zetten. Vorig jaar kwamen daar de bijzondere weersomstandigheden bovenop. Laat planten en droogte in de vroege fase van de teelt, leidden tot lagere opbrengsten en grovere knollen. Als klap op de vuurpijl kon niet al het pootgoed gerooid worden omwille van het natte najaar.


Andere rassen

De gevolgen zijn ondertussen duidelijk. Telers krijgen niet de hoeveelheden die ze wensen. Vaak ook niet in de maatsortering zoals voorheen en in sommige gevallen zelfs niet het gewenste ras. Vooral dit laatste baart zorgen, want de rassen die nu aangeboden worden, zijn niet allemaal even geschikt voor onze afzet. 
Er zijn rassen waarvan het pootgoed normaal gezien geëxporteerd wordt naar warmere oorden (bv. Spunta) of rassen die elders in Europa populair zijn (bv. Cara). Vaak halen deze rassen in onze groeiomstandigheden een onvoldoende hoog onderwatergewicht of blijft de frietkwaliteit ondermaats. Informeer u bij ons over de karakteristieken en de teelttechnische aspecten van minder bekende rassen. Raadpleeg de tabel voor de plantafstanden per potermaat (per ras).

 

BELANGRIJKE TIP: Hangt aan dit nieuwe, minder bekende ras een leveringscontract aan vast? Onderhandel dan met uw afnemer over de contractvoorwaarden, bijvoorbeeld over gegarandeerde afname bij laag onderwatergewicht of onvoldoende frietkwaliteit.

 

 

Ook interessant...