Grauwe schimmel is zowel in de gangbare als de biologische slateelt onder glas een grote uitdaging. Biologische middelen spelen een steeds belangrijkere rol, ook in IPM (geïntegreerde gewasbescherming). Uit een proef in het najaar van 2024 blijkt dat de werking van de biologische middelen Lalstop G46 en Polyversum in de buurt komt van Geoxe, het chemisch referentiemiddel.
In het najaar van 2024 onderzochten we het werkingsniveau van de erkende biologische middelen tegen Botrytis cinerea in een teelt van kropsla onder glas. We voerden de behandelingen uit volgens de wettelijke voorschriften, met waar mogelijk een intensief schema om het maximale effect te bereiken. Voor Taegro betekende dit een heel intensief wekelijks spuitschema tijdens tien weken. Ook voor Amylo-X, Serenade en Serifel was het aantal bespuitingen met zes behandelingen hoog. Daarnaast testten we ook Lalstop G46 (drie behandelingen), Polyversum en Prestop uit (allebei vier behandelingen). Als chemische referentie kozen we voor Geoxe (twee behandelingen).
Biomiddelen vertragen ziekteontwikkeling
Er werd in de serre geplant op 31 oktober 2025 en geoogst op 3 februari 2025. We beoordeelden maandelijks de ernst van de Botrytis-aantasting, gaande van ‘geen aantasting’ tot ‘volledig weggerot’. Op basis daarvan berekenden we de ziekte-index, een maat die rekening houdt met het aantal aangetaste planten én de ernst van de aantasting. Op het einde van de proef werd ook het totaal en marktbaar kropgewicht bepaald.
Al snel waren er symptomen van aantasting aanwezig. De aantasting en de ernst werden steeds groter naarmate de teelt vorderde (zie Figuur 1). Na twee maanden was de aantasting in het onbehandeld object gestegen tot een ziekte-index van 40%. Lalstop G46, Serifel en Geoxe slaagden erin het gewas het best te beschermen met een significant lagere ziekte-index (respectievelijk 10%, 12% en 12%) en de aantasting te vertragen. Ook bij de andere biomiddelen noteerden we een lagere gemiddelde aantasting (15 tot 22%), maar deze verschillen waren niet significant.
 |
|
Figuur 1: Ernst van de Botrytis-aantasting.
|
Werking Lalstop G46 en Polyversum vergelijkbaar met Geoxe
De proefomstandigheden waren verre van ideaal. Het donkere weer in december en januari stimuleerde de ziekte en leidde tot een heel trage groei. We besloten te oogsten voordat de planten volgroeid waren om te vermijden dat de planten volledig werden aangetast.
De aantasting bleef toenemen en bij oogst hadden alle kroppen symptomen van Botrytis-aantasting. In het onbehandelde object was de aantasting gestegen tot 61%. De aantasting was het minst ernstig bij Geoxe (44%), hoewel het verschil niet significant was. De biologische middelen Lalstop G46, Polyversum, Prestop en Serifel deden nauwelijks onder voor de chemische referentie. Omdat alle kropgewichten door het donkere weer en vroegtijdige oogst laag waren, is het niet relevant om hierop uitgebreid in te gaan. Toch waren er wel duidelijke verschillen: alleen Lalstop G46 en Polyversum behaalden op het moment van oogst vergelijkbare opbrengsten als de chemische referentie Geoxe.
Belangrijk om te vermelden is dat door de trage groei de tijd tussen de laatste behandeling en de oogst groot was. Bij Geoxe was de tijd tussen de laatste behandeling en de oogst voorbeeld al tien weken en bij Lalstop zes weken. Deze tijd was, met twee weken, het kortst bij Taegro. De vraag rijst hoeveel werking we nog kunnen verwachten als de tijd tussen behandeling en oogst al zo lang is. Mogelijk verbetert de werking als verschillende biologische producten worden afgewisseld in een geoptimaliseerd spuitschema.
Meer info
Jeroen Van Mullem