Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Klimaatbewuster telen op akkerbouwbedrijven met de klimaatscan

Klimaatbewuster telen op akkerbouwbedrijven met de klimaatscan
Print

Binnen het project KLIMREK werd een specifieke klimaatscan voor akkerbouwbedrijven ontwikkeld. Deze scan werd uitgebreid getest bij verschillende landbouwers. Deze scan berekent de impact van plantaardige productie op het klimaat. De voorbije twee jaar werd de scan via een demonstratieproject uitgebreid getest bij verschillende landbouwers.

 

Wat is een klimaatscan?

Om de klimaatimpact van een akkerbouwbedrijf te berekenen, wordt gebruikgemaakt van een levenscyclusanalyse (LCA). Deze methode beoordeelt het verbruik van grondstoffen (zoals water, land en fossiele brandstoffen) en de veroorzaakte emissies tijdens het volledige teeltproces: vanaf de ontginning van de grondstoffen tot het eindproduct.

Binnen een LCA maken we een onderscheid tussen:

  • Voorgrond: alle activiteiten op het landbouwbedrijf, bv. toediening van meststoffen, emissies van tractoren, gebruik van machines.
  • Achtergrond: alle processen in de aanvoerketen, bv. uitstoot bij de productie van meststoffen, energiegebruik in de keten.

 

Resultaten

Totale uitstoot per hectare

De eerste stap in een klimaatscan gaat om het berekenen van de totale uitstoot in kg CO-equivalenten (CO-eq.) op bedrijfsniveau. Bij eerder uitgevoerde scans op pilootbedrijven varieerde dit tussen 2.634 en 6.039 kg CO-eq./ha, met een gemiddelde van 3.991 kg CO-eq./ha.

Bij één van de door Viaverda gescande bedrijven kwam dit uit op 3.348 kg CO-eq./ha, net onder het gemiddelde.

   
Totale kg CO2-equivalenten op het voorbeeld bedrijf.    

Impact per teeltgroep

In een tweede stap wordt de klimaatimpact opgesplitst per teeltgroep, zowel uitgedrukt in kg CO₂-eq./kg opbrengst als in kg CO₂-eq./ha.

De kg CO2-eq/ kg opbrengst en kg CO2-eq/ha voor elke teeltgroep op het bedrijf.

Elke teeltgroep wordt vervolgens verder geanalyseerd in zeven deelsystemen:

  1. Bewaring: voornamelijk het gebruik van energie voor de bewaring wordt hier meegenomen in de berekening, maar ook de bewaarverliezen worden in de berekening verrekend,
  2. Zaaigoed/pootgoed: de uitstoot bij de productie van zaaigoed/pootgoed wordt wel meegenomen bij de klimaatscan akkerbouw,
  3. Veldemissies: ontstaan voornamelijk door toedienen van mest (organisch en anorganisch), maar (in mindere mate) ook door mineralisatie van bodemorganische stof en gewasresten. Voornamelijk lachgas (N₂O), maar ook koolstofdioxide (CO₂), komen vrij bij toediening van ureumhoudende meststoffen en kalk,
  4. Meststoffen: De uitstoot bij de productie van organische meststoffen wordt niet meegenomen bij de klimaatscan akkerbouw. De veldemissies die vrijkomen bij het toedienen van organische meststoffen worden wel meegerekend. De toegepaste kunstmeststoffen bepalen dus de klimaatimpact van het deelsysteem ‘Meststoffen’,
  5. Machines: oudere machines hebben een grotere klimaatimpact dan nieuwere, daarom wordt het bouwjaar en het aantal draaiuren opgevraagd,
  6. Gewasbescherming: herbiciden, fungiciden, pesticiden hebben elk een andere impact op het klimaat en daar wordt rekening mee gehouden in de berekening door het opvragen van alle gewasbescherming die per teelt werd toegepast,
  7. Dieselverbruik: de uitstoot bij productie van diesel en het dieselverbruik nodig voor alle bewerkingen op en naast het land wordt in deze scan meegerekend. Het dieselverbruik wordt verdeeld over de teelt van het bedrijf op basis van de werkgangen en irrigatie die voor die teelt werd uitgevoerd.

Bij vrijwel alle afgenomen scans bleken veldemissies de grootste bijdrage te leveren aan de totale uitstoot, gevolgd door dieselverbruik (Figuur 3).

 

Voorbeeld: vergelijking binnen aardappelteelten

Voor het voorbeeldbedrijf werden drie aardappelteelten vergeleken:

  • Vroege aardappelen
  • Late aardappelen (af land verkocht)
  • Late aardappelen (op het bedrijf bewaard)

Bij alle drie de teelten lag de grootste impact bij veldemissies. Wat meteen opvalt: de vroege aardappelen hadden in bijna alle deelsystemen een hogere uitstoot dan de late. Dit wordt verklaard door de lagere opbrengst van de vroege aardappelen per hectare. Omdat de uitstoot wordt uitgedrukt per kg opbrengst, resulteert een lagere opbrengst in een hogere CO₂-eq./kg als dezelfde gewasbescherming en meststoffen worden gebruikt.

De twee late aardappelteelten werden identiek geteeld en leverden een gelijkaardige opbrengst/ha op. Hun deelsystemen hadden dus exact dezelfde uitstoot, met uitzondering van de bewaring. Bewaarde aardappelen kregen een extra uitstootcomponent toegekend.

 

Vergelijking met pilootbedrijven

Wanneer we het Viaverda-voorbeeldbedrijf vergelijken met de pilootbedrijven, zien we dat de uitstoot per kg opbrengst in bijna elk deelsysteem hoger ligt (Figuur 3). Dat betekent echter niet dat het bedrijf minder klimaatbewust teelt.

De verklaring zit weer in de opbrengst en de jaarinvloeden:

  • Het voorbeeldbedrijf werd gescand voor boekjaar 2023, een nat jaar met lagere opbrengsten (en niet-rooibare percelen),
  • De pilootbedrijven werden gescand in 2021 en 2022, droge jaren met hoge opbrengsten.

Een lagere opbrengst duwt de uitstoot per kg opbrengst dus automatisch omhoog.

Figuur 3: De kg CO2-eq./kg opbrengst voor alle deelsystemen weergeven voor de verschillende aardappelteelten op het bedrijf en de pilootbedrijven (bewaard = late aardappel die op het bedrijf werden bewaard en afland= alle late aardappelen die afland werden verkocht).

Vergelijken tussen bedrijven kan inzichten geven, maar moet dus altijd met grote voorzichtigheid gebeuren. Teelten, omstandigheden, opbrengsten en bedrijfspraktijken verschillen sterk en beïnvloeden de resultaten. De grootste waarde van een klimaatscan ligt dan ook in het identificeren van verbeterkansen binnen het eigen bedrijf.

Die inzichten vormen meteen een logisch vertrekpunt voor het vervolg: bepalen welke klimaatmaatregelen haalbaar en effectief zijn binnen jouw bedrijfsvoering. Precies daar zet de klimaatkoers op in.

 

Klimaatkoers

Binnen de klimaatkoers gaat een klimaatconsulent samen met de landbouwer op zoek naar maatregelen die het bedrijf klimaatvriendelijker en/of klimaatrobuuster maken. De klimaatmaatregelen moeten:

  • Passen binnen de bedrijfsvoering
  • Geen negatieve effecten hebben op andere milieudomeinen
  • Economisch haalbaar zijn

Tijdens het demonstratieproject werd een lijst met mogelijke klimaatmaatregelen opgesteld. Deze is terug te vinden op de website van KLIMREK.

 

Voorbeeld: zonnepanelen versus aangepaste meststoffen

De landbouwer uit ons voorbeeldbedrijf wilde weten of zonnepanelen zijn uitstoot merkbaar konden verlagen. Het uitgewerkte scenario (scenario 1) toonde echter slechts een beperkte daling van ongeveer 1%, vooral omdat enkel de uitstoot van bewaring afnam (tabel 1).

Wat een grotere impact lijkt te hebben, is de meststoffenkeuze. Zo bevat drijfmest over het algemeen meer werkzame stikstof dan stalmest. Dit komt omdat een groter deel van de stikstof in drijfmest in een vorm aanwezig is die planten direct kunnen opnemen. Door meer werkzame stikstof onder de vorm van drijfmest toe te dienen, kan de aanvullende hoeveelheid kunstmest gereduceerd worden. Wanneer dit scenario (scenario 2) werd doorgerekend, zagen we een totale daling van –9% CO-eq (tabel 1). Deze vermindering kwam vooral door lagere veldemissies en een kleinere impact van de meststoffen.

Tabel 1: De totale kg CO2-eq. en kg CO2-eq./ha voor het voorbeeld bedrijf in vergelijking met scenario 1 (plaatsen van zonnepanelen) en scenario 2 (verandering van meststoffen).

De meerwaarde van een klimaatscan

Een klimaatscan is een waardevol instrument om inzicht te krijgen in de uitstoot van een akkerbouwbedrijf. Vergelijkingen tussen bedrijven moeten voorzichtig gebeuren, maar binnen het eigen bedrijf geeft de scan concrete handvatten om gericht te verbeteren. De klimaatkoers helpt landbouwers vervolgens om maatregelen te kiezen die zowel klimaatvriendelijk, milieukundig verantwoord als economisch haalbaar zijn.

 

Dit artikel kadert in het demonstratieproject ‘Klimrek akkerbouw’ en wordt gefinancierd door de Vlaamse Overheid. Het wordt uitgevoerd door Boerenbond, Ilvo, Inagro en Viaverda.

Comments are only visible to subscribers.