De inzet van rooftripsen tegen tabakstrips in uien toont potentieel

dinsdag 9 september 2025

Het wegvallen van veel insecticiden tegen trips maakt het voor uientelers steeds lastiger om deze plaag onder controle te houden. De steeds frequentere warme en droge zomers verergeren het probleem, waardoor ook de vraag naar alternatieve beheersingsstrategieën toeneemt.

Wanneer de tripsdruk toeneemt, neemt ook de aanwezigheid van natuurlijke vijanden toe. Deze natuurlijke vijanden zouden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de beheersing van de tripspopulatie. Een frequent voorkomende soort zijn rooftripsen (Aeolothrips spp.), waarvan vooral de larven geduchte rovers zijn van (tabaks)tripsen.

In het kader van het Interreg-project Trans-Control hebben we een demoproef uitgevoerd, waarbij in een proefveld rooftripsen (Aeolothrips intermedius) zijn uitgezet voordat de populatie trips exponentieel toeneemt. Dit is al dan niet gecombineerd met het verstuiven van pollen, die dienen als alternatieve voedselbron voor de rooftripsen. Met deze aanpak willen we nagaan of het gebruik van pollen een meerwaarde biedt om rooftripsen in het veld te behouden en nieuwe aan te trekken.

Beide strategieën werden vergeleken met een onbehandeld deel van hetzelfde proefveld en tevens een gangbaar spuitschema in een aanpalende proef.

Minder bladaantasting bij het gebruik van rooftripsen

De onderstaande grafiek toont de resultaten van de beoordeling van bladaantasting op 15 juli en 11 augustus. De referentieplots werden beoordeeld op 22 juli en 8 augustus. De referentieplots waar drie keer met Ultor is gespoten en eenmaal met Minecto one, laten de beste resultaten zien. De plots waar rooftripsen alleen, en rooftripsen en pollen zijn uitgezet, toonden tegenover het onbehandelde duidelijk minder schade aan het bladoppervlak.

Het bespuiten van pollen liet in deze proef echter geen duidelijke meerwaarde zien: de mate van aantasting was vergelijkbaar met de plot waarin alleen rooftripsen werden ingezet. Wel bleef de schade in beide gevallen nog te hoog om als volledig effectief te worden beschouwd.

Het gebruik van rooftripsen toont potentieel als biologische bestrijder van trips in uien, maar is alleen onvoldoende om de druk genoeg te reduceren. In toekomstig onderzoek willen we nagaan hoe we deze strategie kunnen combineren met (beperkte) insecticidetoepassingen.