De afgelopen 10 dagen is in heel Vlaanderen de uienoogst losgebarsten. Door de vroege zaai afgelopen voorjaar zijn de uien een 3-4 tal weken vroeger oogstrijp. De eerste opbrengsten lijken ondanks de droge zomer redelijk mee te vallen. 

Kwaliteit loont in bewaring

Uien zijn aan de groei zolang er groen loof aanwezig is. Echter, de kilo’s die ze op het einde nog bijkomen zijn eerder beperkt. Het loof daarom volledig laten afrijpen loont zelden. Voor een optimale kwaliteit (huidvastheid en kleur) is het aangeraden uien te oogsten bij 20-30% groen loof. Langer wachten geeft weinig extra kilo’s, en eindigt vaak in meer tarra door kaalvallende uien of een tegenvallen kleur voor de versmarkt.

De loofklapper afstellen is een cruciale zaak. Idealiter wordt er geklapt net boven de laatste splitsing van de pijpjes. Korter klappen verhoogt de kans op infectie door bacterie of schimmels. Na oogst liggen de uien best nog enkele dagen op het zwad om te drogen. In de huidige omstandigheden kunnen de uien gerust enkele dagen tot een week blijven liggen.

Twee zaken verkorten echter de ‘veldperiode’. Hete temperaturen (>28°C) in combinatie met felle zon (UV-index 7) kunnen zonnebrand veroorzaken met rottende uien in de bewaring als gevolg. Regen op het zwad bemoeilijkt het droogproces in de loods en maakt de kleur minder aantrekkelijk.

Ventileren noodzakelijk

Van zodra de uien ‘winddroog’ zijn, kan je beter gaan oprapen. In de schuur meteen de ventilatie aanzetten is aangewezen. In de huidige omstandigheden kan op buitenlucht gedroogd worden zonder extra kachels. Een producttemperatuur die schommelt rond 20-22°C dient vermeden te worden omdat onder andere koprot hierdoor kan opduiken. Beter blijft de temperatuur onder de 20°C of boven de 24°C. Met mengluchtregeling en/of interne ventilatie is dit relatief eenvoudig in te stellen. 

Meer info

Jonas Bodyn