Categories
Close
Menu
Menu
Close
Search
Search

Reportage: Rietveld als duurzame zuivering voor erfsappen

Reportage: Rietveld als duurzame zuivering voor erfsappen
Print
Sensibiliseringscampagne rond bemesting en waterkwaliteit

Toen Carl Vanhoutte in 1995 voedersilo’s wou bijbouwen op zijn melkveebedrijf in Zillebeke, kreeg hij een ‘njet’ bij de aanvraag van zijn vergunning. Tenzij hij een zuiveringssysteem voor erfsappen zou voorzien. De keuze viel op een rietveld, en dat beklaagt Carl zich twintig jaar later niet.

Toen Carl in 1993 in het bedrijf van zijn vader stapte was dit een gemengd bedrijf met vleeskippen, melkkoeien en vleesvee (Belgisch Witblauw). Tien jaar later stapte Carl in het huwelijksbootje met Lutgarde en werd het interessanter om te specialiseren naar zuiver melkvee. Zo geschiedde. Vandaag melkt Carl 110 koeien en teelt hij aardappelen, suikerbieten, vlas, gras en maïs.

 

Carl Vanhoutte

 

Duurzame oplossing

Het bedrijf van Carl bevindt zich gedeeltelijk in agrarisch gebied met ecologische waarde en dat gaf problemen bij de aanvraag voor de bouw van nieuwe sleufsilo’s in 1995. “Die aanvraag werd geweigerd, maar er was wel een mogelijke oplossing. Indien we konden zorgen voor een goed management van de sappen die uit de silo kunnen vloeien werd de aanvraag goedgekeurd.” De zoektocht naar een geschikt systeem kon dus beginnen. “Dat proces verliep niet makkelijk, want je moet als boer zelf voorstellen doen voor geschikte systemen. De overheid verplicht wel, maar geeft geen alternatieven.”. Carl en zijn vader werden wel begeleid door Inagro. Uiteindelijk werd de keuze gemaakt om voor een zuiveringssysteem op basis van een bassin met riet te kiezen. Dit was volgens Carl de enige betaalbare en meest duurzame optie.

Rietveld als duurzame zuivering voor erfsappen

 

First flush

Het principe van het rietveld is vrij simpel: de erfsappen vloeien erin via ondiepe ‘grachtjes’ in het beton en worden door het riet langzaam gezuiverd. Voor de 1000 m² betonsilo die Carl op zijn bedrijf heeft, voorzag hij een rietveld van 5 meter breed en 20 meter lang. Het bassin is maximaal 1 meter diep. Om de zuivering te optimaliseren werden er banden met aarde gevuld en aangeplant met riet.

Zo wordt het water in bochten geleid en kan het beter door de planten gezuiverd worden. Dit systeem werkt volgens het first flush-principe: bij droog weer vloeit er maar een klein straaltje sap af. Dit loopt meteen langs de opvangbuis naar beneden, de mestkelder in. Het is pas wanneer de regen zorgt voor veel afvloeiing dat het water met erfsappen doorstroomt naar het rietveld. Carl schat dat dit jaarlijks neerkomt op zo’n 800 kubieke meter erfsappen die in het rietveld terecht komt. Het spoelwater van de twee maal twaalf melkinstallatie is niet geschikt voor afvloeiing naar het rietveld. De zuurtegraad is niet ideaal voor de bacteriën in het rietveld. Het spoelwater van de melkinstallatie loopt hier in de mestput.

 

Erfsappen

 

Opvangbuis erfsappen

 

Potstalmanagement

“Een zuiveringssysteem dat op een landbouwbedrijf werkzaam is moet vooral eenvoudig zijn en niet te veel onderhoud vragen”, vindt Carl. Op de 23 jaar dat het rietveld in gebruik is werd het een keer gebaggerd om de verzanding tegen te gaan. “Daarna hebben de planten natuurlijk weer opstarttijd nodig, want de wortels moeten zich opnieuw ontwikkelen.” Verder vraagt het systeem zo goed als geen onderhoud. Het rietveld kan zowel gebruikt worden voor silosappen als mestsappen, maar aangezien Carl geen buitenopslag van mest heeft wordt deze laatste functie niet aangewend. Dat is het gevolg van zijn potstal management. “Wij werken eigenlijk nog op de ‘oude’ manier. Ik maak een potstal en mest die twee keer per jaar uit, een keer in april en een keer in augustus. Ik kan het mest telkens meteen op het land uitrijden dankzij de teelt van vlas en vroege aardappelen. De jongveestal is voldoende diep en dus geschikt als potstal. Op die manier hoef ik dus enkel af en toe binnen wat kleine hoeveelheden op te slaan, maar heb ik geen grote buitenopslag nodig.” De runderdrijfmest wordt vroeg in het voorjaar geïnjecteerd. Dit gebeurt ongeveer van februari tot half juni.

 

Eenvoud boven alles

Uitbreiden zit er voor het oranje bedrijf van Carl niet meteen in, en dat is ook niet de bedoeling. “Toen we gegroeid zijn naar 110 melkkoeien heb ik gemerkt dat ik nu tegen de limiet zit wat arbeidsdruk betreft. Ik werk grotendeels alleen op het bedrijf, en dan moet je toch rekening houden met wat werkbaar is. Een zuiveringssysteem dat weinig onderhoud vraagt is dan een must. “Ik zou het collega’s die met dezelfde vragen zitten zeker aanraden”, aldus Carl.

 

Droogte heeft zijn impact

De aanhoudende droogte heeft ook dit bedrijf in West-Vlaanderen niet gespaard. “Onze percelen hebben zeer verschillende bodems, dus ook de kwaliteit van de maïs is erg variabel. Het feit dat er tot nu toe maar twee grassnedes gehaald konden worden en de relatief kale staat van de weides zorgt ervoor dat veel veehouders snel door hun voorraad ruwvoeder gaan. “Gelukkig had ik ruim voldoende gras voorzien en kom ik voor mijn ruwvoeder niet in de problemen. Maar je merkt natuurlijk wel dat de voorraad erg snel slinkt.” De hittegolf heeft ook zijn impact gehad op het aantal gemolken liters. “Ik heb gemerkt dat we ongeveer 2 liter per koe gedaald zijn. Die dip is nog niet goedgemaakt.”

Auteur: Map-man

 

Meer info
Vorig Artikel Rapportering CVBB (deel 4): Communicatie
Volgend Artikel Rapportering CVBB (deel 5): Intensieve aanpak

Comments are only visible to subscribers.