Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Aandacht voor goed rooiwerk

Aandacht voor goed rooiwerk
Print

De periode van aardappelen inschuren is meestal een stressvolle periode met lange werkdagen, veel helpende handen en de noodzaak aan efficiëntie en rendement. In de flow van een continue aanvoer en snel inschuren is het niet altijd evident om goed kwaliteitswerk te leveren. Toch wordt tijdens die dagen de basis gelegd voor een goed verloop van de bewaring. Een kritische houding tegenover product en werk zijn nodig.

 

Rot, hol, beschadigd

Zit er knolphytophthora in de partij? Dan wordt er over het algemeen uitgegaan van een bewaarbare situatie als er niet meer dan 2% aantasting aanwezig is. Zit er veel hol in de partij? Check of het om proper hol gaat. Partijen met proper hol zijn doorgaans goed bewaarbaar. Veel hangt uiteraard ook af van hoe droog de aardappelen binnen komen. Bij natte omstandigheden worden de risico’s alleen maar groter! Laat ondergelopen delen van het perceel achter als daar rot in zit. Rooi vlak onder het knolnest om gesneden knollen te voorkomen. Controleer daartoe de rooidiepte bij aanvang van elk nieuw perceel. Gesneden knollen zijn uit den boze! Ze leiden tot uitdroging, gewichtsverliezen en tarra. Bij moeilijk bewaarbare rassen zullen de snijvlakken eerder rotten (bv. bij Fontane) dan dat ze helen.

Wees als teler en bewaarder streng voor uzelf en breng alleen de beste kwaliteit naar binnen. Zo kunnen heel wat kopzorgen voorkomen worden! 

 

COMMUNICEER

Gezien het belang van goed rooiwerk is een goede communicatie met de loonwerker nodig. Communiceer met de chauffeur van de rooier over het ras, het onderwatergewicht, de kans op stootblauw en de gevolgen van rooischade voor de bewaring (ingangspoorten voor bacteriën en schimmels). Rooien zonder schade is een belangrijke factor voor een geslaagde bewaring.

 

AANDACHTSPUNTEN 

Rooi vlak onder het knolnest om gesneden knollen te voorkomen. Controleer daartoe de rooidiepte bij aanvang van elk nieuw perceel. Gesneden knollen zijn uit den boze! Ze leiden tot uitdroging, gewichtsverliezen en tarra. Bij moeilijk bewaarbare rassen zullen de snijvlakken eerder rotten (bv. bij Fontane) dan dat ze helen. Neem voldoende grond mee tot achteraan in de machine zodat de knollen niet rollen. Zoek het beste evenwicht tussen reinigen en minimaal beschadigen. Neem desnoods iets meer grond mee naar huis en laat de stortbak zijn werk doen. 

 

VALBREKERS

Valmatten in de kipper zijn een must! Dit vermindert de blauwschade met 80 à 85%. Communiceer met de chauffeur van de rooier over de aanwezigheid en de positie van de valmat in de kipper (alleen vooraan of op de volledige bodem).

 

INSCHUURLIJN

Een goede vulling en een continue productstroom zijn aangewezen. Op deze manier wordt voorkomen dat knollen voortdurend rollen en tegen elkaar botsen. Beperk de valhoogtes (<30cm) en vermijd dat knollen bij hun val op de steunrollen van de volgende band terechtkomen. Voorkom ook plotse richtingsveranderingen. Hoeken van 90° of kleiner moeten worden vermeden.

 

RUSTIG BINNEN BRENGEN

Hoe groot de kiemlust van aardappelen zal zijn kort na de oogst, wordt in grote mate beïnvloed door het ras en door de omstandigheden tijdens de teelt en de oogst. Hoge temperaturen bij oogst, verhogen de kans op vroege kieming. Uiteraard zal een geslaagde toepassing met maleïnehydrazide deze eerste kiemlust temperen. Kies niettemin voor de meest ideale rooiomstandigheden: vochtige bodem en matige temperaturen. Let er ook op dat het gewas voldoende afgestorven is bij de oogst. Als stengels onvoldoende dood zijn, laten ze de knollen niet los. In dat geval lopen ze beschadigingen op tijdens het rooiproces. Wondjes vormen ingangspoorten voor schimmels en bacteriën die tijdens de bewaring een rottingsproces in gang kunnen zetten. Omdat overmatig extern ventileren nadelig is voor de aanwezige gasvormige kiemremmers, moet er meer dan ooit gezorgd worden voor een gezond product in de loods. 

 

VENTILEER VANAF DAG 1

Breng de aardappelen droog binnen (alleen aanhangende grond mag vochtig zijn) en maak werk van (drogende) ventilatie vanaf de eerste dag. Vocht en gebrek aan zuurstof kunnen de aardappelen immers doen ‘stikken’. Hoe sneller de aardappelen droog zijn, hoe beter de wondheling (bij 12 à 15°C) kan verlopen en hoe sneller er kan ingekoeld worden. Dit komt de kiemremming zeker ten goede!

 

Ook interessant...