Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Oogst van kennis: succesvolle afronding van project EDUPAK

Oogst van kennis: succesvolle afronding van project EDUPAK
Print

In de voorbije twee schooljaren heeft Viaverda in het plattelandsproject ‘EDUPAK: Educatief pakket klimaatneutraal boeren’ de toekomstige generatie land- en tuinbouwers voorgelicht over lopend onderzoek rond klimaatgerelateerde problemen. Onderaan vind je ook alle presentaties van dit project.

Dit gebeurde aan de hand van een lessenpakket met vier thema’s: duurzaam bodembeheer, geïntegreerde beheersing van ziekten en plagen, duurzaam waterbeheer en het potentieel van nieuwe teelten.

 

Kennismaking met Viaverda

Viaverda dompelde de leerlingen van de Oost-Vlaamse tuinbouwscholen Bernardustechnicum Oudenaarde en Tectura Melle onder in de huidige wereld van tuinbouwonderzoek. Onderzoekers met ervaring in groenteteelten in openlucht en onder glas presenteerden het theoretische deel van het educatief pakket op de scholen. Studenten en leerkrachten deden daarna praktische kennis op door samen te werken met de proefveldmedewerkers van Viaverda. Zo zijn er over de twee schooljaren, 16 theoretische sessies en 16 praktijksessies doorgegaan voor totaal van 63 leerlingen van de 3de graad en 7 leerkrachten over de twee tuinbouwscholen.

Een belangrijk luik in dit project was ook om bij het brede publiek bewustzijn te creëren over de problemen waarmee landbouwers de dag van vandaag worden geconfronteerd. Want dit creëert een grotere betrokkenheid en meer begrip voor duurzame, lokale voeding met een eerlijke verloning. Dit gebeurde via voordrachten en rondleidingen aan zo’n 466 deelnemers over de 2,5 jaar. Daarbovenop leerde zo’n 1.000 bezoekers Viaverda en het educatieve pakket kennen op Dag van de Landbouw. Alle thema’s kwamen toen aan bod op een toegankelijke manier over verschillende standen.

Leerlingen krijgen uitleg over duurzaam waterbeheer. Er waren uitgebreide rondleidingen op proefvelden. In de loods werd ook uitleg gegeven over materieel.

 

Duurzaam bodembeheer: van bodemkwaliteit tot bodembewerkingen

Een goede bodemkwaliteit, met een voldoende hoog organisch stofgehalte, is cruciaal voor een gezonde bodem. De voorbije decennia nam het organische koolstofgehalte in Vlaamse bodems echter af door onder andere dieper ploegen sinds de jaren 1950, een afname van het graslandareaal of erosie. Om deze terugval te kenteren is een herhaaldelijke aanvoer van organische materiaal noodzakelijk. Dit kan met een doordachte teeltrotatie waarin de bodem zoveel mogelijk bedekt is met een hoofdteelt, volgteelt of groenbedekker.

Via stalmest wordt gemiddeld drie keer meer koolstof aangebracht dan met drijfmest. Naast dierlijke mest kunnen ook andere organische bemestingsvormen, zoals compost, op het veld worden toegepast om het koolstofgehalte te verhogen. Tijdens de praktijksessie op het proefcentrum in Kruisem werden de leerlingen het veld ingestuurd met het B3W-boekje ‘Zelf je bodem testen: eerste hulp bij bodembeheer’. Met deze gids kunnen ook telers aan de slag om zelf de bodemkwaliteit op hun perceel te onderzoeken. Deze biedt inzicht in de verschillende aspecten die de kwaliteit van je bodem en zo ook je teelt beïnvloeden: komt de doorworteling in het gedrang door een verdichte laag? Welke structuur is een goede structuur? Wat zegt het aantal wormen in een aardkluit over mijn perceel?

 

Niet-kerende bodembewerkingen

Daarnaast kwamen ze ook in aanraking met de boerderijcompostering en leerden ze de machines kennen die gebruikt worden voor niet-kerende bodembewerkingen. De stap van kerende naar niet-kerende bodembewerkingen zet je niet in één keer. We moeten beter gaan nadenken wanneer we welke bewerking uitvoeren om zo tot een stabiele gezonde bodem te bekomen. De vernieuwde cyclus ‘duurzaam boeren’ bestaat uit meerdere stappen.

In het najaar, na oogst, wordt er altijd een groenbedekker ingezaaid. Dit bedekt de bodem in de winter waardoor het bodemleven ook dan voeding krijgt. In het voorjaar vernietigen we de groenbedekker heel oppervlakkig met een werkdiepte van maximaal 4 cm. Deze stap moet mogelijk herhaald worden, afhankelijk van de volgteelt en het tijdstip van inzaai of aanplant. Het inwerken van organische bemesting kan worden gecombineerd met één van deze bewerkingen, maar gebeurt dus ook ondiep om het organisch materiaal bovenin te houden. Door de groenbedekker te vernietigen en rechtstreeks in te werken, hebben we een verhoogde aanvoer van organisch materiaal.

 

Zuurstof naar binnen trekken

Kort voor de start van de teelt voeren we een ‘diepe’ (beperkt tot 25 cm) grondbewerking uit met een smalle tand. Deze bewerking vormt bij voorkeur de laatste werkgang. We trekken de grond als het ware open en brengen zo zuurstof naar binnen. Deze stap kan in veel teelten perfect worden gecombineerd met de zaaibedbereiding (niet dieper dan 10 cm) of zelfs de zaai- of plantmachine, om te beperken dat we weer op het perceel moeten rijden en weer de bodem verdichten. Indien nodig kan er na oogst met een diepgronder worden gewerkt, maar dit hoeft zeker niet jaarlijks te gebeuren. Vervolgens wordt opnieuw een groenbedekker ingezaaid en starten we de cyclus opnieuw.

Het proces, of de omschakeling naar niet-kerend, vergt dus enige aanpassing in teeltwijziging. Zo is het belang van de juiste keuze groenbedekker heel groot. Bij voorkeur een die gemakkelijk kapotvriest en zo weinig moeite vergt om te vernietigen in het voorjaar. Het is dan ook logisch dat dergelijke omschakeling enige tijd vraagt om perceel per perceel de strategie aan te passen. De bodem zal namelijk niet vanaf het eerste jaar goed bewerkbaar zijn (zonder te ploegen) voor elke teelt.

 

Bemesting preciezer uitvoeren

Viaverda streeft er ook naar om te leren hoe bemesting nog preciezer uit gevoerd door beter rekening te houden met de effecten van bodemtype, beheer en weersomstandigheden op de stikstofvrijstelling uit organische stof. Dit zal helpen om de nitraatuitspoeling te verminderen en de waterkwaliteit van grond- en oppervlaktewater te verbeteren.

Deze inzichten hopen we te bekomen binnen het VLAIO LA-traject ‘MiNiMax: Mineralisatie van stikstof uit bodemorganische stof maximaal benutten’. Hierin wordt de stikstofmineralisatie opgevolgd op 36 Vlaamse prei-, aardappel- en mais praktijkpercelen verspreid over heel Vlaanderen. Deze actuele stikstofinhoud vind je op het dashboard op de website van Viaverda.

De leermomenten verliepen heel praktisch. Viaverda-medewerker Jonas Bodyn geeft uitleg. Leerlingen konden ook oogsten op onze proefvelden.

 

Geïntegreerde beheersing van ziekten en plagen

De klimaatverandering zorgt met meer afwijkende weerspatronen ook in extremere ziekte- en plaagdruk en tevens het opduiken van nieuwe beschadigers. Een belangrijke benadering hiertegen is IPM, met zijn 3 pijlers: preventie, vroegtijdige waarneming gekoppeld aan een efficiënt monitoringssysteem en integreerbare IPM-oplossingen voor een goede duurzame gewasbescherming. In het project Geïntegreerde beheersing van bladtrips (Thrips tabaci) in groenten werd zo ingezet op de 3 pijlers. Met meerjarig onderzoek in o.a. prei blijven we inzetten op het belang van een goede rassenkeuze, wat we aanvullen met een waarnemingsnetwerk om waarschuwingen uit te sturen bij risico op schade.

Het aspect beheersing is de laatste jaren uitdagender geworden, door wegval van middelen in combinatie met het klimaat. Daarom blijven we inzetten op de evaluatie van bv. alternatieve middelen of het uitzetten van natuurlijke vijanden, in kader van nieuwe projecten zoals Réfléchi en Trans-Control.

 

Duurzaam waterbeheer

Het waterbeheer op een land- of tuinbouwbedrijf werd er voorgesteld van opslag tot irrigatie. Door klimaatverandering zijn er stijgende temperaturen, periodes van langdurige droogte maar ook van wateroverlast. Deze evolutie maakt het noodzakelijk dat bedrijven nadenken over een efficiënt en duurzaam waterbeheer.

Om een veerkrachtig waterbeheersysteem te creëren kunnen maatregelen als stuwen en peilgestuurde drainage helpen om water vast te houden in perceelsloten en in de bodem, waardoor droogtestress tijdens droge periodes wordt uitgesteld én de kans op overstromingsgevaar stroomafwaarts tijdens hevige regenval wordt verminderd.

Een stuw is een technische constructie die toelaat om in een waterafvoerende gracht langer water vast te houden zonder risico op overstroming. In het project “Klimaatrobuuste landbouw door stuwen”, wil Viaverda enerzijds het effect van stuwen duidelijker gaan kwantificeren en anderzijds land- en tuinbouwers informeren, sensibiliseren en begeleiden bij het plaatsen van een stuw.

 

Potentieel van nieuwe teelten

Een veranderend klimaat kan ruimte bieden voor nieuwe teelten die het risico voor land- en tuinbouwers kunnen spreiden. Bovendien zijn innovatieve telers op zoek naar mogelijkheden om hun aanbod te diversifiëren. In “Potentieel van nieuwe teelten” werden vier nieuwe teelten toegelicht: bataat en yacon (vollegrond) en kurkuma en gember (onder bescherming). We hebben de teelten van plantmateriaal tot oogst en bewaring gepresenteerd. Er werden ook verschillende projecten aangehaald. In het VLAIO LA-traject “MAXBAT: maximaliseren van de uniformiteit en kwaliteit in de teelt en bewaring van bataat”, is het doel de reststromen te verminderen en de kostprijs te verlagen voor een duurzamer en rendabeler resultaat en een betere concurrentiepositie van de lokale teelt. Hierbinnen is Viaverda kennis aan het vergaren over water- en nutriëntenbeheer, strategieën voor ziekte- en plaagbeheersing, en optimalisatie van oogst- en bewaarstrategieën.

Praktisch bodemonderzoek tussen de preistalen. Alle toelichtingen werden aandachtig gevolgd. Voorlichting is belangrijk: jong geleerd is oud gedaan.

 

Yacon groeit goed in Vlaanderen en heeft geen gewasbescherming nodig. Eerder onderzoek toont aan dat het best aantrekkelijk bevonden wordt door de consument en er interesse is bij de voedingsindustrie. Het is nog te weinig gekend bij de consument, wat maakt dat afzet moeilijk gaat. De teelt vraagt ook veel handarbeid bij plant, onderhoud en oogst. Vandaar dat we binnen VLAIO LA-traject CropExplore for Farmers, teeltechnieken willen optimaliseren, op zoek zijn gegaan naar kwalitatief plantmateriaal. Er is onderzoek gebeurd naar bewaring optimaliseren voor een langer aanbod op de verse markt. En de uitdaging van oogstmechanisatie voor opschaling van de teelt werd bekeken.

 

Kurkuma is een nieuwe teelt

Kurkuma is een nieuwe teelt voor de Belgische tuinbouw. De ondergrondse wortelstokken, ook wel rhizomen genoemd, van dit (sub)tropische gewas kunnen gebruikt worden in voeding of voor de productie van kleurstof. In het Interreg project CURCOL, waar een hele keten werd uitgewerkt vanaf de lokale kurkumateelt tot biobased kleurstoffen, toonden ervaringen van Viaverda en pioniers al aan dat de teelt niet enkel kan doorgaan in verwarmde kas, maar ook in onverwarmde tunnels. Verder onderzoek is lopende in een project van de provincie Oost-Vlaanderen, “Introductie van kurkuma in de markt”, om een innovatief, lokaal verdienmodel voor landbouwers uit te werken. Enerzijds door telers warm te maken voor en te begeleiden in de nog onbekende teelt van kurkuma. Anderzijds om de mogelijkheden voor afzet op de lokale markt van kurkuma en gerelateerde producten te onderzoeken.

 

Ook gember kan met succes worden geteeld

Ook gember, het meer gekende en vaker gebruikte broertje van kurkuma, kan succesvol geteeld in Vlaanderen. De grote opportuniteit voor lokaal geteelde gember is dat een nieuw product op de markt gezet kan worden, de jonge of primeurgember, die geoogst wordt voordat een dikke schil is gevormd en de rhizomen droog en vezelig worden. In het VLAIO LA-traject “Uitbouw van de teelt van gember in Vlaanderen”, is de doelstelling om een lokale waardeketen op te bouwen rond Vlaamse gember. Hierbij wordt gestreefd om voor het proces van plantmateriaal tot eindproduct een verdienmodel te creëren voor alle betrokken partijen. Alle vier teelten hebben hun uitdagingen maar hebben dus potentieel om teeltrotatie te verruimen en extra inkomsten te genereren.

 

Bedankt aan de scholen

Dankjewel aan de leerkrachten van de naburige land- en tuinbouwscholen voor de fijne samenwerking! We hopen dat de leerlingen geïnspireerd zijn geraakt en kijken uit naar meer kansen om jongeren te betrekken bij de boeiende wereld van de tuinbouw. Het educatief pakket zal ook na afloop van het project worden ingezet om diverse scholen en verenigingen blijvend te informeren en sensibiliseren over dit thema. De presentaties en cursussen zijn hier terug te vinden op de website van Viaverda.

 

Meer info

Helena Arents

Vorig Artikel Staalname voor bijbemesting in aardappelen
Volgend Artikel Terugblik op studiedag Plaagherkenning en proefprogramma’s sierteelt en groenvoorziening

Comments are only visible to subscribers.