In het Jaarprogramma Duurzaamheid van Viaverda zoeken we naar duurzame oplossingen voor onder meer teeltsubstraten en waterverbruik. Met behulp van kleine testopstellingen leerden we veel bij over de waterhuishouding in duurzame, veenvrije en veenarme substraten.

Over het algemeen daalt de hoeveelheid vocht die een substraat kan opslaan door het vervangen van veen, maar de grootte van het effect is afhankelijk van de soort en de dosering van de gebruikte grondstoffen. Een vezelig product zal het vochthoudend vermogen verlagen, terwijl groencompost of kokosgruis weinig of geen effect zal hebben.

Het effect van deze veranderde waterhuishouding op de plantengroei en kwaliteit is erg afhankelijk van de plantensoort. Voor lavendel is een droger substraat een voordeel, terwijl hortensia’s liever een grote watervoorraad aan hun worteltjes ter beschikking hebben. Door te spelen met de dosis per gietbeurt en de frequentie van de gietbeurten kan je toch de ideale hoeveelheid water voorzien.

Hoe kom je te weten hoeveel water een substraat kan vasthouden? Vul een plantenpot met substraat en zet deze in een emmer water tot het substraat volledig verzadigd is. Laat de pot met het substraat eventjes uitdruppen, en bepaal dan hoeveel deze weegt. Laat vervolgens de pot met substraat volledig uitdrogen en weeg hem opnieuw. Het verschil is de hoeveelheid water die maximaal in deze potgrootte en dit substraat kan worden vastgehouden.

Vraag hulp aan onze onderzoekers

Vraag gerust aan de onderzoekers van Viaverda om deze test uit te voeren met behulp van hun droogoven. De ervaring met verschillende substraten bij Viaverda toont aan dat veensubstraten zo’n 70-75 vol% water kunnen vasthouden, en veenvrije substraten kunnen variëren van 55 vol% tot 70 vol% water. Met deze gegevens kunnen dan gerichte aanpassingen aan dosis en frequentie van de irrigatie gebeuren.

Meer info

Hanne Denaeghel

Dit artikel kadert in het Jaarprogramma Duurzaamheid van Viaverda, met financiering van de Vlaamse overheid (Agentschap Landbouw en Zeevisserij), en in het project 'ALTER-PEAT: alternatieven voor veen in zachtfruitteelt, champignonteelt en sierteelt'.