Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

'Lobularia maritima' als bankerplant voor natuurlijke vijanden tegen trips

'Lobularia maritima' als bankerplant voor natuurlijke vijanden tegen trips
Print

Tabakstrips staat bekend als een ernstige plaag in de preiteelt en kan de kwaliteitswaarde aanzienlijk verminderen. Door de klimaatverandering komen droge en warme zomers steeds vaker voor. Dit creëert gunstige omstandigheden voor de tabakstrips, die zich onder deze omstandigheden wekelijks exponentieel kan vermenigvuldigen. Tegelijkertijd verdwijnen steeds meer gewasbeschermingsmiddelen tegen trips uit de markt, waardoor de vraag naar alternatieve strategieën voor gewasbescherming tegen trips toeneemt.

In het kader van het Réfléchi-project werd daarom op 30 mei een proef aangelegd op een praktijkperceel prei. In de spuitsporen werden stroken Lobularia maritima aangeplant als bankerplant. Op 26 juni, 3 en 10 juli  werden op delen van deze stroken roofwantsen (Orius sp.) uitgezet. Met deze strategie willen we onderzoeken of we tripschade onder controle kunnen houden en goede resultaten kunnen halen.


Waarom gebruikmaken van Lobularia met roofwantsen?

Orius kan zich voeden met alle stadia van tabakstrips. Deze natuurlijke vijand zal pas in grotere aantallen voorkomen in prei wanneer er voldoende trips aanwezig zijn. Door het gebruik van Lobularia-stroken willen we ervoor zorgen dat Orius al vroegtijdig in het gewas aanwezig is, nog voordat de tripsdruk exponentieel toeneemt.

Orius is namelijk in staat zich te voeden met pollen afkomstig van de Lobularia-plant. Hierdoor blijft de roofwants aanwezig op de plant en kan zich daar ook voortplanten. Wanneer het aantal trips in prei toeneemt, moet er zich inmiddels een stevige Orius-populatie in de Lobularia hebben opgebouwd die de trips effectief kan bestrijden om zo de schade aan de prei te beperken.

Een week vóór de eerste Orius-uitzetting werd een behandeling met Tracer uitgevoerd. Na deze toepassing werd er niet meer gespoten met Tracer. Tot begin september proberen we de trips onder controle te houden enkel op basis van de populatie natuurlijke vijanden. Vanaf september neemt de activiteit van de roofwantsen echter af. Op dat moment zal Tracer opnieuw ingezet worden voor het laatste deel van de teelt.

Niet op alle Lobularia-planten werd Orius uitgezet. Dit is bewust zo opgezet om te onderzoeken of de aanwezigheid van Lobularia op zichzelf voldoende is om Orius aan te trekken, zonder dat extra uitzettingen noodzakelijk zijn.

Om de effectiviteit te beoordelen, wordt op verschillende tijdstippen en afstanden van de Lobularia-stroken de tripsbeschadiging aan de bladeren van de prei beoordeeld. Zo wordt onderzocht of er een correlatie is tussen de afstand tot de Lobularia en de mate van schade aan de prei. Daarnaast worden op regelmatige basis monsters van zowel de prei als Lobularia genomen en in een Berlese-trechter geplaatst om te bepalen welke insecten en hoeveelheden er aanwezig zijn.

De resultaten van deze proef zullen later dit jaar op onze website verschijnen.


Meer info
Jan Buyssens

Dit artikel kadert in het project 'REFLECHI: Groenten voor de versmarkt, fruitteelt en industriegroenten beter bestand maken tegen klimaatsverandering'.

 

 

Vorig Artikel Klimaatbewuste, regeneratieve of biologische landbouw: wat is het verschil?
Volgend Artikel Zaaiuien volop aan het strijken

Comments are only visible to subscribers.