Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Bodemzorg in de kijker!

Bodemzorg in de kijker!
Print

Regeneratieve landbouw is een manier van boeren die ernaar streeft de bodem, biodiversiteit en het hele landbouwsysteem sterker en gezonder te maken in plaats van ze langzaam uit te putten. Het idee is dat je de natuurlijke processen zoveel mogelijk benut en ondersteunt, zodat je op lange termijn vruchtbare grond, betere gewasopbrengsten en meer veerkracht tegen droogte, plagen en extreme weersomstandigheden krijgt. Wie een stap verder wil gaan dan goede bodemzorg, kan inspiratie opdoen in de 5 principes van regeneratieve landbouw.

 
Bron: B3W.  

 

  1. Beperk de bodemverstoring: Door bodemverstoring te beperken, werk je aan een goede bodemstructuur met stabiele bodemaggregaten en poreuze ruimte. ​Bovendien behoud je de waardevolle organische stof in de toplaag van je bodem.
  2. Houd de bodem bedekt: Een bedekte bodem biedt de beste bescherming tegen erosie en vormt ook een buffer tegen temperatuurschommelingen. ​Bovendien vermindert de verdampingssnelheid, waardoor er meer vocht beschikbaar blijft voor de plant.​
  3. Werk aan diversiteit: Door je teeltplanning diverser te maken, creëer je een diverse en gezonde bodembiologie. ​Die verbetert de nutriëntenkringloop, reduceert ziektes en plagen en laat neerslag makkelijker in de grond dringen
  4. Zorg voor levende wortels in de bodem: Levende wortels in de bodem houden de voedingskringloop draaiende. ​Wortelexudaten vormen immers de belangrijkste bron van koolstof voor de bodembiologie.
  5. Integreer dieren in je bedrijf: Dieren toevoegen aan je bedrijfsvoering is een goede praktijk om circulair te werken en de nutriëntencyclus en de bodemvruchtbaarheid op een natuurlijke manier te verbeteren.​

Wat was nu weer het verschil tussen regeneratief, biologisch en klimaatbestendig? Daar lees je hier alles over.

 

B3W Focusgroep regeneratieve landbouw bij Kris Heirbaut

De B3W Focusgroep regeneratieve landbouw kwam in september 2025 samen bij Kris Heirbaut, melkveehouder en akkerbouwer, die focust op het sluiten van kringlopen en het reduceren van de klimaatimpact van zijn bedrijf. De telers wisselden ideeën uit over zorg voor de bodem, startersproblemen en verdienmodellen in regeneratieve landbouwsystemen.

Bron: Viaverda, 2025.

 

Vaak is het vallen en weer opstaan. Een nieuwe teelt proberen, je bodem leren kennen, je product aan de man brengen, aan de bodemkwaliteit werken... Er moeten veel stappen tegelijk worden gezet, die niet altijd onmiddellijk een goed resultaat geven. Deze eerste stappen zijn echter cruciaal in het leerproces.

Daarom is het belangrijk om na een eerste tegenslag, het volgende teeltseizoen toch weer te proberen en aanpassingen in je teeltplan of teelttechniek door te voeren. Zo laat zaaien op rijen in plaats van breedwerpig mechanische onkruidbestrijding toe of maakt een aanpassing van de graandorsmachine het mogelijk om ook bijvoorbeeld quinoa efficiënt te oogsten. Er zijn vast aanpassingen die in jouw teeltsysteem ook mogelijk zijn.

Een goed overleg met de eigenaar van de grond, in geval van pachtpercelen, is eveneens een belangrijke factor als je een lange termijnplan wil opstellen. Misschien is een samenwerking met buren mogelijk, waarbij je in rotatie elkaars gronden bewerkt, altijd rekening houdend met de agro-ecologische principes. Werken aan je bodem is nu eenmaal een proces van jaren.

Alle leden van de Focusgroep richten zich op de korte keten, een afzetmarkt vinden in eigen streek, zonder in bulk te moeten leveren aan de industrie. Dit vraagt veel werk, maar geeft ook meer voldoening. Het is belangrijk dat de consument nog weet van waar zijn eten vandaan komt. Veelal maken die korte ketentelers ook de keuze om nevenactiviteiten te valoriseren, zoals het uitbaten van een hoevewinkel of hebben alternatieve inkomsten.

Bron: Viaverda, 2025.

 

Op de bijeenkomst gingen we met de spade in de grond. Kris werkt al jaren aan een harde laag in de bodem met mengsels van groenbedekkers of grasklavermengsels met diepwortelende soorten, zoals luzerne. Hij maakte de keuze voor groenbedekkermengsels omdat hij ondervond dat op het ene perceel één soort het goed deed, maar een andere niet. Op een ander perceel was het omgekeerde waar. Mogelijks kwam dit door de zuurtegraad van de bodem. Door mengsels te gebruiken zijn er altijd soorten die goed gedijen op die specifieke ondergrond en hij paste zijn mengselkeuze hier ook op aan. Nu konden we een waardevolle, kruimelige grond zien, maar de harde laag was nog niet helemaal verdwenen.

Wil je ook een meer doorgedreven bodemzorg toepassen maar weet je niet goed waar te starten? Vind inspiratie bij de B3W Focusgroep regeneratieve landbouw! Inschrijven kan door een mailtje te sturen naar lien.deschrijver@viaverda.be.

 

Meer info

Lien De Schrijver


 

Vorig Artikel Rassenlijst zaaiuien voor Vlaanderen beschikbaar!
Volgend Artikel Functionele agrobiodiversiteit als sleutel tot duurzame plaagbeheersing

Comments are only visible to subscribers.