Categories
Close
Menu
Menu
Close
Search
Search

Grasland scheuren moet weloverwogen gebeuren

Grasland scheuren moet weloverwogen gebeuren
Print
Sensibiliseringscampagne rond bemesting en waterkwaliteit

Gras is in Vlaanderen nog steeds de teelt met het grootste areaal. Jaarlijks wordt een deel van dat gras gescheurd en opnieuw ingezaaid met gras of een andere teelt. Omdat grasland scheuren een risico inhoudt voor de waterkwaliteit, moet dat weloverwogen gebeuren.

Het is bedrijfseconomisch en milieukundig een win-win om uw grasland goed te verzorgen zodat het zo lang mogelijk productief kan blijven. Van productiederving, hoge kosten voor herinzaai, erosie, nutriëntenverliezen en dergelijke meer is dan geen sprake.

Een minderwaardige zodekwaliteit en teeltrotatie kunnen argumenten zijn om het scheuren van grasland te rechtvaardigen. De uitdaging is om het scheuren van grasland zodanig te plannen en uit te voeren dat de vrijgestelde nutriënten zoveel mogelijk worden opgenomen en benut door het volgende gewas. Hoe je dat doet, lees je in dit artikel.

 

Wanneer scheuren?

Wettelijke beperkingen

Bepaalde graslanden met een belangrijke natuurwaarde mogen onder geen beding gescheurd worden. Derogatiebedrijven mogen alleen grasland scheuren in de periode tussen 16 februari en 31 mei (tot 14 september in zware klei). Bovendien is voor die bedrijven bemesting in het jaar van scheuren van blijvend grasland niet toegestaan, met uitzondering van rechtstreekse uitscheiding bij begrazing. Meer info hierover vind je op de website van de VLM.

 

Scheuren om grasland te vernieuwen

Om de nutriëntenverliezen te beperken, is het voorjaar de meest aangewezen periode om grasland te scheuren. Vanuit landbouwkundig oogpunt echter is het najaar geschikter om grasland te vernieuwen. Dan is er minder onkruid en kan er meer hoogwaardig lentegras worden geproduceerd.

Welk tijdstip is het best om de doelstellingen van landbouw en milieu met elkaar in overeenstemming te brengen? Vanuit die vraag heeft het Landbouwcentrum voor Voedergewassen (LCV) op 2 locaties een proef aangelegd waarbij ze grasland scheurden en opnieuw inzaaiden op 3 tijdstippen: 15 augustus, 15 september en 15 oktober (A. De Vliegher 2013).

De beste periode voor grasland herinzaai in het najaar, bleek 15 september te zijn: een goede ontwikkeling van de zode voor de winter, een beperkt opbrengstverlies in het eerste productiejaar t.o.v. de inzaai in augustus en een nitraatresidu dat lager was dan bij herinzaai op 15 augustus maar toch nog de drempelwaarde kan overschrijden. Herinzaai op 15 oktober resulteerde in een vertraging van de N-mineralisatie, een lager nitraatresidu in oktober en een hoger nitraatresidu in december en een duidelijk lagere grasopbrengst in het daaropvolgende jaar.

Ook voor derogatiebedrijven blijft het streefdoel om nieuw grasland in te zaaien in het najaar. Voor die bedrijven is dat alleen mogelijk als het moment van scheuren en opnieuw inzaaien met gras of grasklaver uit elkaar wordt getrokken en de teelt van gras wordt onderbroken door een of meerdere andere teelten bv. gras-maïs-gras of gras-voederbieten-wintergraan-gras. Weet dat de keuze van het gewas ook de zaaidatum van gras of gras/klaver bepaalt. Als je na het scheuren in het voorjaar om een of andere reden toch onmiddellijk opnieuw gras wilt inzaaien dan stelt zich de vraag wat het beste moment is om de oude zode te scheuren. Het antwoord hiervoor is eigenlijk vrij eenvoudig nl. zo vroeg mogelijk maar onder de strikte voorwaarde dat de bodem een intensieve bodembewerking en een goede zaaibedbereiding toelaat.
Als je het in het voorjaar nieuw ingezaaide gras uitbaat onder maaiomstandigheden, dan zijn er weinig problemen met het nitraatresidu in het najaar maar toch is het opletten geblazen. Want als meerjarig grasland met een huiskavelallure wordt gescheurd, kan zelfs zonder bijkomende bemesting een (te) hoog nitraatresidu worden gemeten door de hoge veebezetting en het mengmestgebruik uit het verleden.

 

Welke akkerbouwteelt past op in het voorjaar gescheurd grasland?

Aardappelen

Zonder te beschikken over proefresultaten in dit verband kunnen we stellen dat het telen van aardappelen op gescheurd grasland risico’s inhoudt voor een hoog nitraatresidu en uitspoeling van stikstof. Aardappelen hebben van nature een oppervlakkig wortelstelsel en kunnen daarom geen nutriënten benutten uit iets diepere lagen. Aardappelen lijken ons dan ook minder geschikt als eerste volgteelt voor meerjarig grasland.

 

Maïs

Je hebt ongetwijfeld al ervaren dat maïs zeer goed gedijt op gescheurd grasland. Het leidt omzeggens altijd tot topopbrengsten. Anderzijds heb je wellicht ook al ervaren dat dit vaak leidt tot een hoog tot zelfs zeer hoog nitraatresidu in het najaar, en dat zelfs bij een verminderde bemesting! Uit recente proeven uitgevoerd in het kader van een demonstratieproject blijkt dat stikstofbemesting (dierlijk of via kunstmest) een beperkte meeropbrengst kan opleveren, maar wel resulteert in een beduidend hogere reststikstof na de teelt. Zelfs zonder enige stikstofgift is het risico op overschrijding van de drempelwaarde behoorlijk groot zoals ook blijkt uit de grafiek.

 

Voederbieten

Voederbieten groeien van in het prille voorjaar tot diep in het najaar en nemen vlot de beschikbare nutriënten op. Bieten zijn van nature erg geschikt als goede “stikstofvangers”. Ze laten doorgaans erg lage nitraatresidu’s achter. Alleen bij een vroege oogst kan het snel verteerbare ingewerkte bietenblad wat extra nitraatstikstof in de bodem achterlaten.

Uit het voormelde demonstratieproject blijkt dat voederbieten de beste garanties biedt voor hoge opbrengsten en weinig verlies van nutriënten.

Zelfs bij toepassing van 235 eenheden werkzame stikstof /ha (incl. 170Ndierlijk) lagen de nitraatresidu’s ver beneden de drempelwaarde. Ben je van plan om voederbieten in je teeltplan op te nemen bv. als derde gewas om te voldoen aan de vergroeningseisen van het GLB, en wil je grasland scheuren in het voorjaar, dan zijn voederbieten als volggewas de beste keuze. Dit wordt duidelijk aangetoond in de grafiek met het verloop van het nitraatresidu na de teelt van voederbieten en maïs op gescheurd grasland en 3 bemestingstrappen.

 

Figuur: Nitraatresidu bij voederbieten en kuilmaïs en bij 3 N-niveaus (0 N/ha, 170 Ndierlijk/ha en maximale invulling onder MAP4.

 

Om te onthouden!
  • Ga na of je je moet houden aan wettelijke beperkingen bij het scheuren van een bepaald perceel grasland.
     
  • Meerjarig grasland scheuren in het najaar is alleen te verantwoorden als het betreffende perceel opnieuw wordt ingezaaid met gras of grasklaver.
     
  • Weidevernieuwing in het najaar doet u het best in de tweede helft van september.
     
  • Scheuren in het voorjaar gebeurt het best vroeg als de bodem het toelaat.
     
  • Bij het scheuren in het voorjaar, schakelt u het best een akkerbouwteelt in die veel stikstof kan opnemen.
     
  • Maïs op gescheurd meerjarig grasland geeft meestal een hoge opbrengst maar ook een verhoogd risico op een hoog nitraatresidu.
     
  • Bij maïs op gescheurd meerjarig grasland, geeft u geen enkele stikstofbemesting.
     
  • Voederbieten passen bijzonder goed op gescheurd grasland.

 

Auteurs: Geert Rombouts - Departement Landbouw en Visserij en Alex De Vliegher - ILVO

 

Meer info
Vorig Artikel Ook je bodem levert stikstof
Volgend Artikel Nitraatresidu. Wat zit er nog in jouw grond?

Ook interessant...