Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Text/HTML

Irrigatie vervroegt de oogstdatum

Irrigatie vervroegt de oogstdatum
Print

Hoewel de aardappelen dit jaar door het gunstige weer vroeg konden worden geplant, is dat geen garantie op een vroege oogst. Zeker als de droogte van de laatste weken nog even aanhoudt, is een groeivertraging mogelijk. Het lijkt erop dat het ook de komende week weinig of niet zal regenen.

Afhankelijk van de duur van de groeistilstand, kan de oogstdatum verder opschuiven. In 2023 was het heel nat tot begin mei, waardoor laat kon worden geplant. Bijkomend zorgde een periode van droogte van half mei tot half juli toen voor een groeivertraging. De combinatie van beide zorgde ervoor dat heel wat telers heel lang wachtten om te rooien. Vanaf half oktober bleef het echter aanhoudend regenen, waardoor heel wat percelen niet meer konden worden gerooid.

 

Proef met druppelirrigatie

In 2023 legde Viaverda een proef aan met druppelirrigatie in aardappelen op een zandleemperceel in de gemeente Kruisem. De irrigatieproef kaderde binnen het Relanceproject 'Slimme combinatie van teeltkeuze en technologie voor een rendabele klimaatrobuuste land- en tuinbouw' en werd gefinancierd door het Agentschap Landbouw en Zeevisserij.

Het doel van de irrigatieproef was om de impact van irrigatie in de verschillende groeifases van het gewas te kunnen implementeren in een groeimodel. Daartoe werden vier behandelingen voorzien.

Niet irrigeren zou worden vergeleken met uitsluitend irrigeren in een vroeg stadium, uitsluitend irrigeren in een laat stadium én irrigatie doorheen het hele teeltseizoen. De aardappelen van het ras Fontane werden geplant op 26 mei 2023. Er werd geïrrigeerd volgens het advies van projectpartner Bodemkundige Dienst van België. Dit advies hield rekening met het gemeten bodemvocht en met de weersvoorspelling.

Figuur 1: Irrigatieproef te 2023 met druppelirrigatie in aardappel (Fontane).

Er werd eind juni en begin juli vier keer beregend in de vroege groeifase en eenmaal eind augustus in de late groeifase (Tabel 1), maar door regenval kort nadien was het effect van deze late irrigatie verwaarloosbaar en werd er beslist om enkel de twee behandelingen 'geen irrigatie' en 'irrigatie hele teeltseizoen' te beoordelen.

Tabel 1: Overzicht van de datums en grootte van de watergiften voor de verschillende behandelingen en de cumulatieve neerslag sinds 15 mei 2023 (in mm).

De cijfers vertoonden, bekeken over het volledige groeiseizoen, significant hogere opbrengsten voor het geïrrigeerde object in vergelijking met het niet-geïrrigeerde object. Indien dit per staaldatum werd bekeken was enkel op 17 augustus de totale knolopbrengst significant hoger voor de geïrrigeerde veldjes (Figuur 2). Later liep het niet-geïrrigeerde object zijn achterstand tegenover het geïrrigeerde object in door langer door te groeien.

Figuur 2: Evolutie van de totale knolopbrengsten en sortering (gemeten niet-gecorrigeerde proefopbrengsten).

Het gewas werd bewust niet geloofdood, onder meer door de late plantdatum (26 mei). De groei van het niet-geïrrigeerde object bleef in oktober doorgaan waardoor op 17 oktober dezelfde opbrengsten in beide objecten werden gehaald. Het is duidelijk dat het geïrrigeerde gewas nooit groeivertraging opliep tijdens droogteperiodes. De bloei (Figuur 3), en later ook de afrijping, werden daar sneller ingezet en de eindopbrengsten werden drie weken eerder behaald. Beregening resulteerde dus in een vroegere oogstdatum en dus meer oogstzekerheid, maar ook in vroegere inzaaimogelijkheden voor vanggewassen of wintergranen. Omwille van het natte najaar waren dit zeker in 2023 argumenten die kunnen tellen. 

Figuur 3: Vertraging van de bloei en gewasontwikkeling door droogte.

Binnen het VLAIO LA-project MiNiMax werden ook bodemstalen genomen in de irrigatieproef. De evolutie in de stikstofvoorraad van de bodem was vergelijkbaar met en zonder irrigatie. Ook de verdeling van de minerale stikstof over de drie bodemlagen was vergelijkbaar: er was dus geen uitgesproken indicatie van meer uitspoeling door irrigatie.

De stikstof in het gewas werd eveneens bepaald om de som te kunnen maken van de bodemvoorraad en de opname en zo na te gaan of irrigatie zorgde voor een grotere stikstofmineralisatie. Er was echter geen consequent grotere toename in het geïrrigeerde object na het uitvoeren van de irrigatie (Figuur 4). Dit doet ons besluiten dat het bodemvochtgehalte niet beperkend was voor de stikstofvrijstelling, maar wel voor de wateropname door het gewas.

Figuur 4: Evolutie van de som van de minerale stikstofvoorraad in de bodem en de stikstof opgenomen door het gewas.

De groei van beide behandelingen uit de irrigatieproef werd ook gesimuleerd met een groeimodel voor aardappelen. Dit model werd door Viaverda in kader van het project gekalibreerd en gevalideerd op basis van de eigen historische datasets. De simulaties waren behoorlijk goed, maar de gesimuleerde groei werd in het niet-geïrrigeerde object te vroeg beëindigd. Hier moet verdere kalibratie beterschap te brengen. Eenmaal dit op punt staat kunnen we het model gebruiken om opbrengst en oogstdatum te voorspellen voor verschillende weerscenario’s en in te schatten of irrigatie al dan niet interessant is, afhankelijk van de droogtegevoeligheid van het perceel.

Oproep

Ook dit jaar worden er opnieuw irrigatieproeven uitgevoerd in aardappelen, in het kader van een VLAIO-LA project rond fertigatie. We zijn nog op zoek naar landbouwers die ervaring hebben met fertigatie in aardappelen en aan dit project willen meewerken.

 

Meer info

Jeroen De Waele

Vorig Artikel Marktbericht VIAVERDA/FIWAP - 06/05/25
Volgend Artikel Historisch droog in maart en april

Comments are only visible to subscribers.

Ook interessant...