Categories
Close
Menu
Menu
Close
Search
Search

Geef jezelf niet bloot, bedek je bodem

Geef jezelf niet bloot, bedek je bodem
Print
Kleurt ook jouw perceel dit najaar groen?

De laatste jaren zaaien steeds meer Vlaamse land- en tuinbouwers groenbedekkers in op hun percelen. Dit is een goede zaak voor de bodem- en waterkwaliteit. In dit artikel belichten we de voordelen van groenbedekkers.

 

Groenbedekker als vanggewas

Groenbedekkers zetten tijdelijk minerale stikstof in boven- en ondergrondse planten- delen vast en dragen zo bij om het nitraatresidu op een perceel te verlagen. Zo kan je als landbouwer de uitspoeling van nitraat naar het grond- en oppervlaktewater sterk ver- minderen. Niet alleen stikstof wordt trouwens vastgezet, maar ook andere waardevolle voedingselementen zoals kalium en fosfaat. Dat is de groenbedekker in zijn functie van ‘vanggewas’. Groenbedekkers kunnen in gunstige omstandigheden tot meer dan 100 kg stikstof/ha vastleggen. De reststikstof van de voorgaande teelt, de stikstof uit onder- gewerkte oogstresten en de stikstof die verder vrijkomt uit humus worden zo nuttig gerecycleerd. Niet alleen uit de bouwvoor maar ook uit de diepere grondlagen. Een belangrijke kanttekening is dat een gerichte bemesting, op basis van de perceels- eigenschappen en de gewaskenmerken de basisvereiste blijft om tot een laag nitraatresidu te komen.

 

Groenbedekker als bron van voedingselementen

Eens ondergewerkt, geven groenbedekkers grotendeels de vastgelegde voedingselementen opnieuw vrij. Dit is de groenbedekker in zijn functie van “groenbemester”. Hoeveel stikstof effectief vrijkomt, hangt af van het tijdstip van onderwerken, het type van groenbedekker en de ontwikkeling ervan. Grasachtige groenbedekkers geven stikstof wat trager vrij. Hieronder kan je richtcijfers vinden van de stikstofvrijstelling. Maak voor mengsels een inschatting van de opkomst en ontwikkeling van elke groenbedekker apart. Hou hiermee rekening bij de volgende bemesting, en bespaar op de kunstmestgift.

 

Tabel: Stikstoflevering groenbemesters

 

Groenbedekkers ten voordele van een vruchtbare bodem

Groenbedekkers zijn van vele markten thuis. Ze zorgen voor de onderdrukking van onkruid, de vermindering van erosie, de verbetering van de bodemstructuur en dat zowel oppervlakkig als meer in de diepte, ze voorzien in voedsel voor een actief en divers bodemleven, zijn een bouwsteen voor humus in de bodem, leveren ruwvoeder aan, ...

Werken aan de bodemstructuur en het humusgehalte is werken aan het “kapitaal” van je bodem. Een bodem in goede gezondheid laat een betere opname van de aanwezige nutriënten (waaronder stikstof) toe, met over de jaren heen een betere oogst tot gevolg. Groenbedekkers dragen daar zeker hun steentje toe bij.

Volgende voordelen zijn je zeker bekend. Na het diepgronden houdt een diepwortelende groenbedekker de bodem verder open. Als de bodem bedekt is, verbetert de infiltratie van water op een perceel, waardoor de erosie vermindert. Bodemkluiten breken mooi open, en zijn tegelijkertijd meer bestand tegen te fijne verbrokkeling. Een goed ontwikkelde groenbedekker is ook een belangrijke bron van humus (organische koolstof, C- %).

Edicatieve cijfers van de aanvoer van effectieve organische koolstof (EOC) kan je hieronder vinden. Vergelijk de cijfers met die van enkele hoofdteelten en mestsoorten.

 

 Tabel: Indicatieve cijfers van de aanvoer van effectieve organische koolstof (EOC)

 

Wanneer zaai je welke groenbedekker in?

Je zaait je groenbedekker het best zo vroeg mogelijk in, aangezien hij dan meer kans op een goede ontwikkeling heeft. Bij een vroege inzaai, kan je ook een lagere zaaidichtheid hanteren. Facelia en gele mosterd worden het best in augustus ingezaaid. Japanse haver en bladrammenas kunnen in september gezaaid worden. Gras en snijrogge nog later. Een laat gezaaide winterharde soort kan een belangrijke ontwikkeling kennen in het volgende voorjaar, wat interessant is als een latere teelt volgt. Let dan wel op voor het risico op uitdroging van de bodem op droge percelen, en heb aandacht voor de manier waarop de (grote) groenmassa zal ondergewerkt worden (klepelen, inwerken, en dan pas ploegen).

Een mengsel van groenbedekkers laat toe om de verschillende kenmerken ervan te combineren. Verschillen in structuurgevoeligheid, snelheid van ontwikkeling, diepte en intensiteit van het wortelgestel, vorstgevoeligheid, aanbreng van organische stof, … geven betere resultaten.

Bij de keuze van de groenbedekker zijn een aantal aandachtspunten van groot belang. Het tegenwerken of de verspreiding van ziektes (let op voor gele mosterd en koolgewassen) zijn nevenwerkingen van bepaalde groenbedekkers. Ook is een gepaste zaaidichtheid van belang. Bespreek dit met je leverancier van zaden.

 

Regelgeving en (de verplichte inzaai van) groenbedekkers

Je bent als landbouwer vaak gehouden om een groenbedekker in te zaaien. Bijvoorbeeld een niet-vlinderbloemige groenbedekker als voorwaarde om vloeibare dierlijke mest uit te rijden na de oogst of om derogatie toe te passen op wintertarwe of triticale, of als maatregel bij focusbedrijven categorie I, II en III. Daarnaast is de inzaai van een mengsel van groenbedekkers één van de mogelijkheden tot invulling van de maatregel ecologische aandachtsgebied (EAG), en is de inzaai van een groenbedekker één van de maatregelen vervat in het basispakket om erosie te voorkomen op percelen met zeer hoge of hoge erosiegevoeligheid. Informeer over de verplichtingen en de mogelijkheden evenals over de details (datum van inzaai, aanhoudingsplicht, zaaidichtheid, …) bij de afdeling Mestbank van de VLM in jouw regio en bij jouw buitendienst van het Departement Landbouw en Visserij.

 

Wij zijn overtuigd van het groot belang van groenbedekkers, op korte evenals op lange termijn. Jij ook toch? Maak zoveel als mogelijk gebruik van groenbedekkers, en zet zo het licht op groen voor een betere bodem en properder water. Zaai ze dan ook zoveel als mogelijk snel na de oogst van het gewas. Bij een later oogsttijdstip loont het ook nog om bij goede omstandigheden een groenbedekker in te zaaien. Neem contact met je bedrijfsbegeleider (praktijkcentra voor land- en tuinbouw, Bedrijfsadvies-VLM, CVBB, …) voor verdere informatie over bemesting en bodemkwaliteit.

Meer informatie kan je al zelf terugvinden in de praktijkgids bemesting 'Meststoffen en groenbedekkers'.

Auteurs: Sébastien Janssens (VLM), Bart Debussche (Agentschap Landbouw en Zeevisserij) en Dominique Vanhaecke (Viaverda)

 

Meer info
Vorig Artikel Bijbemesten is basisbemesting verlagen
Volgend Artikel Groenbedekking, een meerwaarde?

Bekijk de publicatie

Ook interessant...