Wachten op beter weer
Sinds de regen van 20 oktober liggen de meeste rooiwerkzaamheden stil. Alleen op de lichtste gronden werd zo nu en dan verder gerooid, vaak met grote problemen qua berijdbaarheid van de bodems. Voorlopig wordt nog niet meteen een droge periode aangekondigd. Het verderzetten van de oogstactiviteiten op zwaardere gronden is nog niet voor direct. Tussen 12 oktober en nu viel regionaal meer dan 100 liter neerslag. Probeer waar mogelijk de percelen zo veel mogelijk te ontwateren om alle rooikansen open te houden.
Blijf drogen
Laat gerooide aardappelen die in de schuur liggen, kunnen in veel gevallen nog wat extra drooguren gebruiken. Vooral de recentst gerooide percelen zijn zeer nat binnen gekomen. De nachten zijn fris genoeg om gebruik te maken van deze droge buitenlucht. Dit veronderstelt dan wel dat de aardappelen op 10 à 12°C zitten. Buitenlucht is immers alleen drogend als hij kouder is dan de aardappelen en/of een lage relatieve vochtigheid heeft. Om te voorkomen dat de aardappeltemperatuur té snel zakt bij gebruik van koude, nachtelijke buitenlucht, kan er gebruik gemaakt worden van het warme luchtkanon. Dit laat toe de ruimte in de loods op een temperatuur te brengen die 1 à 2 graden warmer is dan de temperatuur van de aardappelen. Zo kan bij drogen een menging van koude buitenlucht met warme binnenlucht gemaakt worden, wat voorkomt dat de aardappeltemperatuur te snel zou zakken. Het is belangrijk om voldoende uren te ventileren om al het aanhangend vocht zo snel mogelijk af te voeren. Bij knollen die in natte bodemomstandigheden gerooid werden kan modder immers de lenticellen (= huidmondjes waarlangs de aardappel ademt) dichtplakken en kan de knol verstikken.
Zitten de aardappelen op 11 à 12 °C dan kan er de komende dagen ook overdag geventileerd worden met buitenlucht van een vergelijkbare temperatuur, aangezien de relatieve vochtigheid overdag meestal lager is dan 100%.
Nat rooien
Wie dezer dagen toch kan verder rooien, doet er goed aan de aardappelen AL TIJDENS HET INSCHUREN TE DROGEN! Maak gebruik van voldoende warme lucht kanonnen om de binnen komende aardappelen al een kans te geven te drogen, nog vóór er - bij wijze van spreken - andere aardappelen bovenop komen te liggen. Hoe sneller het droogproces kan starten, hoe kleiner de kans op versmering en verstikking. Richt het kanon daartoe op de helling van de laatst inschuurde aardappelen.
Roodrot
Er bereiken ons veel meldingen van roodrot in het veld. Ook bacterieel rot en melkzuurschimmel zijn aanwezig. Een aantasting met roodrot (Phytophthora erythroseptica) is te herkennen aan knollen die er op het eerste zicht intact uitzien, maar donkerder zijn van kleur en rubberachtig aanvoelen. Bij het doorsnijden verkeurt het weefsel meestal roze tot rood. Ook melkzuurschimmel kan oorzaak zijn van dergelijke rotte knollen. Beide schimmels zijn het gevolg van natte, zuurstofarme veldomstandigheden (verstikking). Bodemstructuur en waterhuishouding zijn dus belangrijke factoren in combinatie met hoge temperaturen. Partijen met roodrot worden beter niet bewaard. Aangetaste knollen kunnen immers gezonde knollen infecteren. Op die manier kan de ziekte heel snel uitbreiden.
Aardappelen die rood verkleuren na het open snijden als gevolg van roodrot